Over bijen

Koninginnenteelt deel 2

Deel 2: NICOT-systeem

Het omlarven zoals in deel 1 beschreven kan voorkomen worden. Daar is het volgende op gevonden (foto 1 en foto 2).

Een week voordat we larfjes willen hebben hangen we een nicotraam gevuld met celdopjes  in het volk. De bijen wennen hier alvast aan en poetsen deze schoon. Dit systeem bevat 110 celdopjes. Drie dagen voordat we de starter vullen, zoeken we de P-moer/koningin op en laten haar in het niocotraam lopen. Ze kan dan alleen maar eitjes in de 110 celdopjes leggen. Na vier dagen zitten er 1 dag oude larfjes in, die in de voedersap zwemmen.

Dag 0: Kies het volk met je beste moer: je teeltvolk
Een week voordat je de eitjes door de koningin laat leggen, hang je een uitgebouwd leeg raam met het NICOT-systeem in het midden van het broednest.

Dag 7: Koningin in het NICOT-systeem
De goede koningin (P-moer) waarmee je wilt telen, wordt opgezocht en gedurende 1 dag in het systeem opgesloten.

Dag 8: 24 uur later
Na 24 uur gaat het koninginnenrooster/afdekplaatje van het systeem af. De koningin kan nu haar eigen weg kiezen. Op de vierde dag na het leggen van de eitjes (dag zitten er larven van 1 dag oud in.

Dag 9: Een dag voor het vullen van de starter gaan we voorbereidingen treffen in een mooi zwaar volk.

  • Je hebt een mooi zwaar volk nodig waar je de jonge bijen uit wil halen. Er moeten zeker 8-10 ramen open en gesloten broed in zitten.
  • De koningin moet eerst even in een kooitje als je haar ziet.
  • Zo veel mogelijk gesloten broed in de onderbak
  • Moerrooster tussen de twee broedkamers
  • De ramen met zo veel mogelijk open broed komen bovenin.De koningin komt in de onderbak bij het gesloten broed.
  • Een dag later (dag 10) zijn alle jonge bijen bij het broed om dit te verzorgen.

Dag 10: De starter
Voor het overzetten van de omlarfdopjes uit het NICOT-systeem creëren we eerst een moerloos volk. We gebruiken hiervoor een 3-ramer. De zogenaamde ‘Starter’. De 3-ramer heeft van onderen een rooster over bijna de hele bodem. Veel lucht! Boven op de 3-ramer zetten we een starter. In deze starter kunnen 30 larfjes. De 3-ramer moet gevuld worden met jonge bijtjes die broed kunnen verzorgen.

  • Eerst stort je de jonge bijen in de 3-ramer. Hiervoor neem je 5-6 ramen broed waarop bijen zitten uit bovenstaand beschreven volk (dag 9). Rustig en zachtjes afslaan in een emmer. Niet te hard schudden vanwege het broed! Veer gebruiken. Bijen die vliegen is niet erg. Dat zijn vliegbijen. Die hoeven we niet.
  • Hang vervolgens een raam met open voer in de 3-ramer. Open voer omdat jonge bijen nog geen was afknagen. Je kan ook gesloten voer geven dat je van tevoren zelf even openkrabt.
  • Geef ook een raam met vers stuifmeel aan de andere kant in de 3-ramer. Zowel het voerraam als ook het stuifmeelraam kun je uit het volk halen waaruit je de jonge bijen hebt gehaald.
  • De bijen zullen aan de kant gaan en de ramen zakken langzaam naar beneden.

In het midden hang je een uitgebouwd honingkamerraam. Eerst op dit raam wat water spetteren. Het moet niet te nat zijn. Onder het honingkamerraam hebben de bijen nog wat ruimte, omdat er naar verhouding veel bijen in de 3-ramer gaan.

  • Zet de starter erop met een dichte schuif en met het isolerende deksel.
  • Plaats de 3-ramer met de starter op een koele plaats. Ca. 20 graden. Dat kan gewoon in de schuur of in huis. Naarmate de tijd verstrijkt hoor je steeds meer herrie. Na vier uur zijn de bijen hopeloos moerloos!

Dag 10: Omlarfdopjes van het NICOT-systeem op de starter plaatsen

  • Larfjes van 1 dag oud zitten in de omlarfdopjes van het NICOT-systeem. Ze drijven in de koninginnengelei.
  • Op iedere teeltlat van de starter druk je 10 celdopjes.
  • Is de lat vol, dan hang je hem in de starter.
  • Links een lege lat, dan drie latten van 10 celdojes in het midden en rechts ook een lege lat. Totaal 5 latten. Er zitten nu 30 celdopjes met larfjes in de starter op de middelste 3 latten.
  • Nu de schuif er langzaam uit trekken. Na 10 minuten is het stil. De volgende dag is er al een mooi randje van een koninginnendop op het omlarfdopje van het NICOT- systeem gemaakt. De doppen zijn dan ‘aangeblazen’ en gevuld met koninginnengelei.

Dag 12: Het pleegvolk
Er zijn een aantal wegen die naar Rome leiden:

Manier 1:
Zoek van het pleegvolk de koningin op. Doe haar in de onderbak met een moerrooster tussen beide broedkamers. De doppen die zijn aangeblazen komen in een open broedkamerraam in het pleegvolk, midden in het broednest waar veel open broed aanwezig is (foto 3). 10 doppen per pleegvolk. Ze zullen dan mooi uitgebouwd en verzorgd worden. Her raam hoeft niet afgesloten te worden voor de koningin. Die is in de onderbak.

Manier 2:
Wil je de koningin in beide broedkamers laten lopen? Doe dan de 10 of meer doppen in een raam waarin alleen de werksters kunnen komen om de larfjes te verzorgen.
Links en rechts plaats je een rooster waar de koningin niet door kan (foto 4). Zorg er wel voor dat je de roosters goed vastmaakt met metaaldraad. Gebruik geen elastiek, dat wordt doorgeknaagd!


Foto 3                        Foto 4                        Foto 5    

Manier 3:
Het kan zijn dat je de doppen niet langer dan 10 dagen in je pleegvolk wil houden.
In dat geval haal je de doppen uit het pleegvolk en laat je ze verder ontwikkelen in de broedstoof op 34˚ C. Denk wel goed aan de luchtvochtigheid in de broedstoof! Bakje met water in de stoof mag niet leeg!

Manier 1, 2, 3:
In alle drie gevallen moet je erom denken dat je op de 10e dag moet je zorgen dat er om de doppen kooitjes zitten (foto 6). In de dekseltjes van de kooitjes doe je wat koninginnendeeg. Netjes werken en niet naast de compartimentjes morsen. De koningin kan vastkleven aan het deeg!

Op dag 13 in alle gevallen tuters in de kooitjes! De koninginnen moeten nu een plekje krijgen. Dat kan bijvoorbeeld in een apideakastje, of een 3-ramer.

Het apideakastje

  • Het apideakastje maken we nu klaar voor ontvangst van de koningin. Het voerbakje vullen je met apifonda. Daarop leggen we strootjes opdat de bijen niet verkleven (foto 7).
     Foto 7
  • De kleine raatjes in het apideakastje voorbereiden.
  • Via de onderkant van het apideakastje doen we de verzorgbijen in het kastje. Daarvoor melken we een aantal volken. Uit enkele volken halen we 3-4 honingkamerramen bijen en schudden deze in de emmer. Net zolang tot je genoeg bijen hebt (foto 8).
     Foto 8
     
  • Nu schudden tot er geen bijen meer wegvliegen. Je houdt alleen nog jonge bijen over die nog niet kunnen vliegen.
  • Beetje natspuiten met de plantenspuit. Voorzichtig schudden en nog een beetje spuiten. Tot de bijen aan elkaar kleven. Niet te nat maken!
  • Per apideakastje 1 pollepel bijtjes via de onderkant toevoegen.
  • Deze bijtjes minimaal 4-5 uur moerloos laten staan.
  • Daarna blaas je de koningin uit het kooitje door het gaatje in de afdekfolie aan de bovenkant van het apideakastje.
  • Vervolgens het apideakastje een beetje koel en dicht (wel met rooster open) 4 dagen binnen laten staan.
  • Twee keer per dag met een plantenspuit twee spuitjes door het roostertje geven.
  • Op de 4e of 5e dag zet je het kastje ’s avonds in het donker op het plekje waar het moet staan. Goed stevig neerzetten. Met spanband of een zware steen erop. Vlieggat open. Punaise ervoor!
  • Beetje boven de grond neerzetten. Beetje over de rand van het kistje waar het op staat. Dan kunnen de muizen er niet in.
  • Nu kan de koningin op bruidsvlucht en aan de leg in het apideakastje.

Na de bruidsvlucht

  1. Nadat de koningin aan de leg (ongeveer op dag 26) is kun je op een 3-ramer overgaan om zo het volkje meer plaats te geven en te vergroten. Daarna volgt de 6-ramer en 10-ramer.
  2. Een andere mogelijkheid is: De moer van een volk dat je niet prettig vindt vervangen.
  3. Er zijn vast nog meer redenen om moeren te vervangen.

De jonge bevruchte koningin in een nieuw volk invoeren

Eerste manier van invoeren: 

  • Eerst de oude moer verwijderen. Je hangt de oude moer zonder eten een dag tussen (beter dan op de raten) de raten in een dicht kooitje of je laat de oude moer een dag in een dicht kooitje zonder eten op de raten liggen. Het volk vindt de moer dan niet meer goed op de een of andere manier.
  • De volgende dag haal je de oude koningin met het kooitje weg. Je hangt de nieuwe koningin uit het apideakastje op dezelfde plaats terug met koninginnendeeg. Nu 1 dag laten hangen met tape erom.
  • De derde dag laat je het volk de nieuwe koningin (tape eraf halen of klepje wegbreken). Ze eten zich door het koninginnendeeg heen.

Tweede manier van invoeren:

  • Eerst de oude moer 1 dag zonder voer tussen het volk laten hangen. Daarna verwijderen en op het gat van de dekplank leg je een krant met een paar sneetjes. Daar bovenop komt dan het apideakastje met de schuif onder halfopen. De bijen eten zich door de krant heen en de koningin wordt nu goed geaccepteerd. 

Weetje:
De oude koningin van het pleegvolk zal niet gaan zwermen als de doppen sluiten. Je moet de doppen in een volk hangen dat niet in zwermstemming is.
De tuters mag je niet langer dan een dag of 2 in de kooitjes laten.

 

Zomer 2016, Annet Kunneke