Over bijen

Honingbij – Hommel – Wesp

Het is voor iedere imker van belang onderscheid te kunnen maken tussen de bij, wesp en hommel

In Nederland en België komen zo’n 350 soorten bijen voor. Bijen zijn insecten die tot de orde van vliesvleugeligen behoren (dunne en doorzichtige vleugels). Andere bekende vliesvleugeligen zijn wespen, mieren en hommels. Met het oog op het geven van goede voorlichting aan mensen die onbekend zijn met insecten en de beoordeling of een zwerm een wespennest is of een zwerm bijen, is het voor iedere imker van belang onderscheid te kunnen maken tussen de bij, wesp en hommel.

Hommels zijn grotere en sterker behaarde bijen. Omdat ze zo nauw verwant zijn met bijen worden ze ingedeeld in de zelfde groep als de bijen.

aardhommel3

 

De wesp is herkenbaar aan zijn zwart, geel gestreepte lijf.

Er is een onderscheid te maken in bijen die in sociaal verband (volk) leven (de honingbij) en bijen die solitair leven. De solitaire bij doet alles alleen: zoals het maken van een nest, het zoeken naar voedsel en eitjes leggen. Soms liggen de nesten van solitaire bijen dicht bij elkaar waardoor ze kolonies vormen, maar dat hoeft niet.

Naast dat de honingbij ons heerlijke honing kan bezorgen, zijn de bijen van groot nut. Als bijen van bloem naar bloem vliegen zorgen ze voor de kruisbestuiving, van groot belang voor de bevruchting en hiermee voor de levering van onze vele soorten groenten en fruit. Bekijk de zoekkaart ‘wilde bijen in tuinen‘.